12. (83:13) Die zeiden: Laat ons de schone woningen Gods voor ons in erfelijke bezitting nemen.
13. (83:14) Mijn God! maak hen als een wervel, als stoppelen voor den wind.
14. (83:15) Gelijk het vuur een woud verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt;
15. (83:16) Vervolg hen alzo met Uw onweder, en verschrik hen met Uw draaiwind.
16. (83:17) Maak hun aangezicht vol schande, opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken.
17. (83:18) Laat hen beschaamd en verschrikt wezen tot in eeuwigheid, en laat hen schaamrood worden, en omkomen;