11. (83:12) Maak hen en hun prinsen als Oreb en als Zeeb, en al hun vorsten als Zebah en als Zalmuna;
12. (83:13) Die zeiden: Laat ons de schone woningen Gods voor ons in erfelijke bezitting nemen.
13. (83:14) Mijn God! maak hen als een wervel, als stoppelen voor den wind.
14. (83:15) Gelijk het vuur een woud verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt;