Statenvertaling

Psalmen 80:4-14 Statenvertaling (SV1750)

4. (80:5) O HEERE, God der heirscharen! hoe lang zult Gij roken tegen het gebed Uws volks?

5. (80:6) Gij spijst hen met tranenbrood, en drenkt hen met tranen uit een drieling.

6. (80:7) Gij hebt ons onzen naburen tot een twist gesteld, en onze vijanden spotten onder zich.

7. (80:8) O God der heirscharen! breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten; zo zullen wij verlost worden.

8. (80:9) Gij hebt een wijnstok uit Egypte overgebracht, hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant;

9. (80:10) Gij hebt de plaats voor hem bereid, en zijn wortelen doen inwortelen, zodat hij het land vervuld heeft.

10. (80:11) De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren als cederbomen Gods.

11. (80:12) Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de rivier.

12. (80:13) Waarom hebt Gij zijn muren doorgebroken, zodat allen, die den weg voorbijgaan, hem plukken?

13. (80:14) Het zwijn uit het woud heeft hem uitgewroet, en het wild des velds heeft hem afgeweid.

14. (80:15) O God der heirscharen! keer toch weder; aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok,