Statenvertaling

Psalmen 49:1-8 Statenvertaling (SV1750)

1. Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (49:2) Hoort dit, alle gij volken! neemt ter ore, alle inwoners der wereld,

2. (49:3) Zowel slechten als aanzienlijken, te zamen rijk en arm!

3. (49:4) Mijn mond zal enkel wijsheid spreken, en de overdenking mijns harten zal vol verstand zijn.

4. (49:5) Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk; ik zal mijn verborgene rede openen op de harp.

5. (49:6) Waarom zou ik vrezen in kwade dagen, als de ongerechtigen, die op de hielen zijn, mij omringen?

6. (49:7) Aangaande degenen, die op hun goed vertrouwen; en op de veelheid huns rijkdoms roemen;

7. (49:8) Niemand van hen zal zijn broeder immermeer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen geven;

8. (49:9) (Want de verlossing hunner ziel is te kostelijk, en zal in eeuwigheid ophouden);