Statenvertaling

Psalmen 147:6-14 Statenvertaling (SV1750)

6. De HEERE houdt de zachtmoedigen staande; de goddelozen vernedert Hij, tot de aarde toe.

7. Zingt den HEERE bij beurte met dankzegging; psalmzingt onzen God op de harp.

8. Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten;

9. Die het vee zijn voeder geeft; aan de jonge raven, als zij roepen.

10. Hij heeft geen lust aan de sterkte des paards; Hij heeft geen welgevallen aan de benen des mans.

11. De HEERE heeft een welgevallen aan hen, die Hem vrezen, die op Zijn goedertierenheid hopen.

12. O Jeruzalem! roem den HEERE; o Sion! loof uw God.

13. Want Hij maakt de grendelen uwer poorten sterk; Hij zegent uw kinderen binnen in u.

14. Die uw landpalen in vrede stelt; Hij verzadigt u met het vette der tarwe.