Statenvertaling

Psalmen 135:1-9 Statenvertaling (SV1750)

1. Hallelujah! Prijst den Naam des HEEREN, prijst Hem, gij knechten des HEEREN!

2. Gij, die staat in het huis des HEEREN, in de voorhoven van het huis onzes Gods!

3. Looft den HEERE, want de HEERE is goed; psalmzingt Zijn Naam, want Hij is liefelijk.

4. Want de HEERE heeft Zich Jakob verkoren, Israel tot Zijn eigendom.

5. Want ik weet, dat de HEERE groot is, en dat onze Heere boven alle goden is.

6. Al wat den HEERE behaagt, doet Hij, in de hemelen, en op de aarde, in de zeeen en alle afgronden.

7. Hij doet dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen; Hij brengt den wind uit Zijn schatkameren voort.

8. Die de eerstgeborenen van Egypte sloeg, van den mens af tot het vee toe.

9. Hij zond tekenen en wonderen in het midden van u, o Egypte! tegen Farao en tegen al zijn knechten.