Statenvertaling

Job 40:8-17 Statenvertaling (SV1750)

8. (40:3) Zult gij ook Mijn oordeel te niet maken? Zult Gij Mij verdoemen, opdat gij rechtvaardig zijt?

9. (40:4) Hebt gij een arm gelijk God? En kunt gij, gelijk Hij, met de stem donderen?

10. (40:5) Versier u nu met voortreffelijkheid en hoogheid, en bekleed u met majesteit en heerlijkheid!

11. (40:6) Strooi de verbolgenheden uws toorns uit, en zie allen hoogmoedige, en verneder hem!

12. (40:7) Zie allen hoogmoedige, en breng hem ten onder; en verpletter de goddelozen in hun plaats!

13. (40:8) Verberg hen te zamen in het stof; verbind hun aangezichten in het verborgen!

14. (40:9) Dan zal Ik ook u loven, omdat uw rechterhand u zal verlost hebben.

15. (40:10) Zie nu Behemoth, welken Ik gemaakt heb nevens u; hij eet hooi, gelijk een rund.

16. (40:11) Zie toch, zijn kracht is in zijn lenden, en zijn macht in den navel zijns buiks.

17. (40:12) Als het hem lust, zijn staart is als een ceder; de zenuwen zijner schaamte zijn doorvlochten.