BasisBijbel

Nehemia 1:1-8 BasisBijbel (BB)

1. Dit is het verhaal van Nehemia, de zoon van Hachalja.Mijn verhaal begint in de maand Kisleu, toen Artasasta 20 jaar koning van Perzië was. Ik werkte voor de koning in de burcht Susan.

2. Hanani, één van mijn broers, kwam uit Juda met een aantal Judeeërs naar mij toe. Ik vroeg hen hoe het ging met de mensen die in Juda waren achtergebleven toen alle anderen gevangen waren meegenomen naar Babel. Ook vroeg ik hen hoe het met Jeruzalem was.

3. Ze antwoordden: "De mensen die in Juda zijn overgebleven, zijn er ellendig aan toe en worden door iedereen belachelijk gemaakt. Ook Jeruzalem is er slecht aan toe. De muur is afgebroken en de poortdeuren zijn verbrand."

4. Toen ik dat hoorde, ging ik bedroefd op de grond zitten en huilde. Dagenlang was ik diep bedroefd. Ik at niets en bad tot de God van de hemel.

5. Ik zei: "Heer, God van de hemel, grote en machtige God! U houdt zich aan uw verbond met de mensen die van U houden en die U gehoorzamen. U houdt van hen.

6. Luister daarom alstublieft naar mijn gebed. Dag en nacht bid ik voor uw dienaren, de Israëlieten. Ik geef toe dat ik en mijn volk heel erg verkeerd tegen U hebben gedaan.

7. We zijn heel erg schuldig. Want we hebben ons niet gehouden aan de wetten en leefregels die U ons door uw dienaar Mozes heeft gegeven.

8. U heeft gezegd: 'Als jullie niet naar Mij luisteren, zal Ik jullie verspreiden over de andere volken.