BasisBijbel

Matteüs 25:32-40 BasisBijbel (BB)

32. Alle volken zullen vóór Hem worden gebracht. En Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen scheidt van de bokken.

33. Hij zal de 'schapen' aan zijn rechterkant zetten en de 'bokken' aan zijn linkerkant.

34. Dan zal de Koning tegen de mensen rechts van Hem zeggen: 'Kom, mijn Vader wil goed voor jullie zijn. Hij geeft jullie het Koninkrijk dat Ik al voor jullie heb klaargemaakt nog voordat de aarde bestond.

35. Want toen Ik honger had, hebben jullie Mij te eten gegeven. Toen Ik dorst had, hebben jullie Mij te drinken gegeven. Toen Ik een vreemdeling was, hebben jullie Mij in huis genomen.

36. Toen Ik geen kleren had, hebben jullie Mij kleren gegeven. Toen Ik ziek was, hebben jullie Mij opgezocht. Toen Ik in de gevangenis zat, hebben jullie Mij bezocht.'

37. Dan zullen ze Hem antwoorden: 'Heer, wanneer had U honger en hebben we U te eten gegeven? Wanneer had U dorst en hebben we U te drinken gegeven?

38. Wanneer was U een vreemdeling en hebben we U in huis genomen? Wanneer had U geen kleren en hebben we U kleren gegeven?

39. Wanneer was U ziek of in de gevangenis en hebben we U bezocht?'

40. En de Koning zal zeggen: 'Luister goed! Ik zeg jullie: toen jullie die dingen voor één van mijn minst belangrijke broeders [ of zusters ] deden, hebben jullie ze ook voor Míj gedaan.'