BasisBijbel

Ester 9:18-32 BasisBijbel (BB)

18. Maar de Judeeërs in de stad Susan verzamelden zich op de 13e én de 14e dag van die maand. Op de 15e dag rustten ze uit en vierden feest.

19. Daarom vieren de Judeeërs in de dorpen elk jaar de 14e dag van de maand Adar als een feestdag [ en de Judeeërs in de steden de 15e dag ]. Ook sturen de Judeeërs elkaar dan geschenken.

20. Mordechai schreef alles op wat er was gebeurd. En hij stuurde brieven naar alle Judeeërs in alle provincies van het rijk van koning Ahasveros, ver weg of dichtbij.

21. Daarin gaf hij hun het bevel om elk jaar de 14e en de 15e dag van de maand Adar feest te vieren.

22. Want dat waren de dagen waarop de Judeeërs rust hadden gekregen van hun vijanden. En dat was de maand waarin verdriet veranderde in vreugde. Die maand veranderde een droeve dag in een feestdag. Voortaan moesten ze elk jaar op deze dagen feestvieren en elkaar geschenken sturen. Op de feestdagen moesten ze ook geschenken geven aan de arme mensen.

23. De Judeeërs waren zelf dit feest begonnen. Maar ze deden wat Mordechai had gezegd en maakten er een vaste feestdag van.

24. Haman had het plan gehad om de Judeeërs te vernietigen, omdat hij hen haatte. Hij had het Poer, dat is het lot, erover gegooid om te bepalen op welke dag hij hen zou vermoorden.

25. Maar Ester was naar de koning gegaan. En de koning gaf het bevel Haman te straffen voor zijn vreselijke plan. Zo is het met hemzelf en zijn zonen slecht afgelopen. Ze zijn opgehangen.

26. Haman had de dag uitgekozen met behulp van het Poer. Daarom wordt dit feest het Poerimfeest genoemd.

27. De Judeeërs bepaalden dat ze voortaan elk jaar, zonder ooit over te slaan, deze twee dagen zouden feestvieren. Niet alleen omdat Mordechai hun dat had geschreven, maar ook om wat ze zelf gezien en beleefd hadden. Ook hun familie ná hen en iedereen die zich bij hen zou aansluiten, zou voortaan elk jaar dit feest op deze twee dagen vieren.

28. Door alle eeuwen heen zou voortaan elk gezin van elke familie in elke stad in elke provincie deze twee feestdagen vieren. Zo zou dit Poerimfeest nooit door de Judeeërs vergeten worden, ook niet door hun familie ná hen.

29. Ook koningin Ester, de dochter van Abichaïl, schreef samen met de Judeeër Mordechai een officiële brief. Ook zij gaf daarin de Judeeërs het bevel om voortaan het Poerimfeest te vieren.

30. Mordechai stuurde brieven naar alle Judeeërs in de 127 provincies van het rijk van koning Ahasveros. In die brieven wenste hij hen geluk.

31. En hij riep hen op om trouw dit feest op de vastgestelde dagen te vieren. En de Judeeër Mordechai en koningin Ester schreven dat de mensen niet alleen zelf deze Poerimdagen moesten blijven vieren. Ook hun familie ná hen moest dat doen. Ook schreven zij hun op welke dagen ze niet mochten eten en drinken, maar moesten treuren.

32. Zo werd voortaan op bevel van Ester het Poerimfeest gevierd.Ook dit werd in de boeken opgeschreven.