Statenvertaling

Zefanja 3:7 Statenvertaling (SV1750)

Ik zeide: Immers zult gij Mij vrezen, gij zult de tucht aannemen, opdat haar woning niet uitgeroeid zou worden; al wat Ik haar bezocht hebbe, waarlijk, zij hebben zich vroeg opgemaakt, zij hebben al hun handelingen verdorven.

Zefanja 3

Zefanja 3:6-15