Statenvertaling

Spreuken 30:26-33 Statenvertaling (SV1750)

26. De konijnen zijn een machteloos volk; nochtans stellen zij hun huis in den rotssteen.

27. De sprinkhanen hebben geen koning; nochtans gaan zij allen uit, zich verdelende in hopen.

28. De spinnekop grijpt met de handen, en is in de paleizen der koningen.

29. Deze drie maken een goeden tred; ja, vier zijn er, die een goeden gang maken;

30. De oude leeuw geweldig onder de gedierten, die voor niemand zal wederkeren;

31. Een windhond van goede lenden, of een bok; en een koning, die niet tegen te staan is.

32. Zo gij dwaselijk gehandeld hebt, met u te verheffen, en zo gij kwaad bedacht hebt, de hand op den mond!

33. Want de drukking der melk brengt boter voort, en de drukking van den neus brengt bloed voort, en de drukking des toorns brengt twist voort.