Statenvertaling

Spreuken 30:24-30 Statenvertaling (SV1750)

24. Deze vier zijn van de kleinste der aarde; doch dezelve zijn wijs, met wijsheid wel voorzien.

25. De mieren zijn een onsterk volk; evenwel bereiden zij in de zomer haar spijs.

26. De konijnen zijn een machteloos volk; nochtans stellen zij hun huis in den rotssteen.

27. De sprinkhanen hebben geen koning; nochtans gaan zij allen uit, zich verdelende in hopen.

28. De spinnekop grijpt met de handen, en is in de paleizen der koningen.

29. Deze drie maken een goeden tred; ja, vier zijn er, die een goeden gang maken;

30. De oude leeuw geweldig onder de gedierten, die voor niemand zal wederkeren;