Statenvertaling

Spreuken 3:7-23 Statenvertaling (SV1750)

7. Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade.

8. Het zal een medicijn voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen.

9. Vereer den HEERE van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten;

10. Zo zullen uw schuren met overvloed vervuld worden, en uw perskuipen van most overlopen.

11. Mijn zoon! verwerp de tucht des HEEREN niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding;

12. Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft.

13. Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt!

14. Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud.

15. Zij is kostelijker dan robijnen; en al wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken.

16. Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer.

17. Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede.

18. Zij is een boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vast houdt, wordt gelukzalig.

19. De HEERE heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid.

20. Door Zijn wetenschap zijn de afgronden gekloofd, en de wolken druipen dauw.

21. Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid.

22. Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn, en een aangenaamheid voor uw hals.

23. Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten.