Statenvertaling

Spreuken 3:4-17 Statenvertaling (SV1750)

4. En vind gunst en goed verstand, in de ogen Gods en der mensen.

5. Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.

6. Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.

7. Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade.

8. Het zal een medicijn voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen.

9. Vereer den HEERE van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten;

10. Zo zullen uw schuren met overvloed vervuld worden, en uw perskuipen van most overlopen.

11. Mijn zoon! verwerp de tucht des HEEREN niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding;

12. Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft.

13. Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt!

14. Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud.

15. Zij is kostelijker dan robijnen; en al wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken.

16. Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer.

17. Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede.