Statenvertaling

Spreuken 27:14-18 Statenvertaling (SV1750)

14. Die zijn vriend zegent met luider stem, zich des morgens vroeg opmakende, het zal hem tot een vloek gerekend worden.

15. Een gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige huisvrouw zijn even gelijk.

16. Elkeen, die haar verbergt, zou den wind verbergen, en de olie zijner rechterhand, die roept.

17. Ijzer scherpt men met ijzer; alzo scherpt een man het aangezicht zijns naasten.

18. Die den vijgeboom bewaart, zal zijn vrucht eten; en die zijn heer waarneemt, zal geeerd worden.