Statenvertaling

Spreuken 26:1-2 Statenvertaling (SV1750)

1. Gelijk de sneeuw in den zomer, en gelijk de regen in den oogst, alzo past den zot de eer niet.

2. Gelijk de mus is tot wegzweven, gelijk een zwaluw tot vervliegen, alzo zal een vloek, die zonder oorzaak is, niet komen.