Statenvertaling

Spreuken 24:19-25 Statenvertaling (SV1750)

19. Ontsteek u niet over de boosdoeners; zijt niet nijdig over de goddelozen.

20. Want de kwade zal geen beloning hebben, de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.

21. Mijn zoon! vrees den HEERE en den koning; vermeng u niet met hen, die naar verandering staan;

22. Want hun verderf zal haastelijk ontstaan; en wie weet hun beider ondergang?

23. Deze spreuken zijn ook van de wijzen. Het aangezicht in het gericht te kennen, is niet goed.

24. Die tot den goddeloze zegt: Gij zijt rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natien zullen hem gram zijn.

25. Maar voor degenen, die hem bestraffen, zal liefelijkheid zijn; en de zegen des goeds zal op hen komen.