Statenvertaling

Spreuken 23:3-12 Statenvertaling (SV1750)

3. Laat u niet gelusten zijner smakelijke spijzen, want het is een leugenachtig brood.

4. Vermoei u niet om rijk te worden; sta af van uw vernuft.

5. Zult gij uw ogen laten vliegen op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk vleugelen maken gelijk een arend, die naar den hemel vliegt.

6. Eet het brood niet desgenen, die boos is van oog, en wees niet belust op zijn smakelijke spijzen;

7. Want gelijk hij bedacht heeft in zijn ziel, alzo zal hij tot u zeggen: Eet en drink! maar zijn hart is niet met u;

8. Uw bete, die gij gegeten hebt, zoudt gij uitspuwen; en gij zoudt uw liefelijke woorden verderven.

9. Spreek niet voor het oor van een zot, want hij zou het verstand uwer woorden verachten.

10. Zet de oude palen niet terug; en kom op de akkers der wezen niet;

11. Want hun Verlosser is sterk; Die zal hun twistzaak tegen u twisten.

12. Begeef uw hart tot de tucht, en uw oren tot de redenen der wetenschap.