19. Hoor gij, mijn zoon! en word wijs, en richt uw hart op den weg.
20. Zijt niet onder de wijnzuipers, noch onder de vleesvreters;
21. Want een zuiper en vraat zal arm worden; en de sluimering doet verscheurde klederen dragen.
22. Hoor naar uw vader, die u gewonnen heeft; en veracht uw moeder niet, als zij oud geworden is.
23. Koop de waarheid, en verkoop ze niet, mitsgaders wijsheid, en tucht, en verstand.