Statenvertaling

Spreuken 21:19-31 Statenvertaling (SV1750)

19. Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw.

20. In des wijzen woning is een gewenste schat, en olie; maar een zot mens verslindt zulks.

21. Die rechtvaardigheid en weldadigheid najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid en eer vinden.

22. De wijze beklimt de stad der geweldigen, en werpt de sterkte huns vertrouwens neder.

23. Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden.

24. Die een hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige verbolgenheid te werk.

25. De begeerte des luiaards zal hem doden, want zijn handen weigeren te werken.

26. Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen; maar de rechtvaardige zal geven, en niet inhouden.

27. Het offer der goddelozen is een gruwel; hoeveel te meer, als zij het met een schandelijk voornemen brengen!

28. Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning.

29. Een goddeloos man sterkt zich in zijn aangezicht; maar de oprechte, die maakt zijn weg vast.

30. Er is geen wijsheid, en er is geen verstand, en er is geen raad tegen den HEERE.

31. Het paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning is des HEEREN.