Statenvertaling

Spreuken 2:18-22 Statenvertaling (SV1750)

18. Want haar huis helt naar den dood, en haar paden naar de overledenen.

19. Allen die tot haar ingaan, zullen niet wederkomen, en zullen de paden des levens niet aantreffen;

20. Opdat gij wandelt op den weg der goeden, en houdt de paden der rechtvaardigen.

21. Want de vromen zullen de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven;

22. Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.