Statenvertaling

Spreuken 19:9-12 Statenvertaling (SV1750)

9. Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugenen blaast, zal vergaan.

10. De weelde staat een zot niet wel; hoeveel te min een knecht te heersen over vorsten!

11. Het verstand des mensen vertraagt zijn toorn; en zijn sieraad is de overtreding voorbij te gaan.

12. Des konings gramschap is als het brullen eens jongen leeuws; maar zijn welgevallen is als dauw op het kruid.