Statenvertaling

Spreuken 17:23-28 Statenvertaling (SV1750)

23. De goddeloze zal het geschenk uit den schoot nemen, om de paden des rechts te buigen.

24. In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.

25. Een zotte zoon is een verdriet voor zijn vader, en bittere droefheid voor degene, die hem gebaard heeft.

26. Het is niet goed, den rechtvaardige ook te doen boeten, dat de prinsen iemand slaan zouden om hetgeen recht is.

27. Wie wetenschap weet, houdt zijn woorden in; en een man van verstand is kostelijk van geest.

28. Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig.