Statenvertaling

Spreuken 16:19-24 Statenvertaling (SV1750)

19. Het is beter nederig van geest te zijn met de zachtmoedigen, dan roof te delen met de hovaardigen.

20. Die op het woord verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den HEERE vertrouwt, is welgelukzalig.

21. De wijze van hart zal verstandig genoemd worden; en de zoetheid der lippen zal de lering vermeerderen.

22. Het verstand dergenen, die het bezitten, is een springader des levens; maar de tucht der dwazen is dwaasheid.

23. Het hart eens wijzen maakt zijn mond verstandig, en zal op zijn lippen de lering vermeerderen.

24. Liefelijke redenen zijn een honigraat, zoet voor de ziel, en medicijn voor het gebeente.