Statenvertaling

Spreuken 15:13-28 Statenvertaling (SV1750)

13. Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen.

14. Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden.

15. Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.

16. Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij.

17. Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij.

18. Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen.

19. De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is welgebaand.

20. Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder.

21. De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen.

22. De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan.

23. Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd!

24. De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden.

25. Het huis der hovaardigen zal de HEERE afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten.

26. Des bozen gedachten zijn den HEERE een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen.

27. Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven.

28. Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten.