Statenvertaling

Spreuken 14:7-12 Statenvertaling (SV1750)

7. Ga weg van de tegenwoordigheid eens zotten mans; want gij zoudt bij hem geen lippen der wetenschap merken.

8. De wijsheid des kloekzinnigen is zijn weg te verstaan; maar dwaasheid der zotten is bedriegerij.

9. Elke dwaas zal de schuld verbloemen; maar onder de oprechten is goedwilligheid.

10. Het hart kent zijn eigen bittere droefheid; en een vreemde zal zich met deszelfs blijdschap niet vermengen.

11. Het huis der goddelozen zal verdelgd worden; maar de tent der oprechten zal bloeien.

12. Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.