Statenvertaling

Spreuken 14:19-22 Statenvertaling (SV1750)

19. De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen.

20. De arme wordt zelfs van zijn vriend gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele.

21. Die zijn naaste veracht, zondigt; maar die zich der nederigen ontfermt, die is welgelukzalig.

22. Dwalen zij niet, die kwaad stichten? Maar weldadigheid en trouw is voor degenen, die goed stichten.