Statenvertaling

Spreuken 14:1-4 Statenvertaling (SV1750)

1. Elke wijze vrouw bouwt haar huis; maar die zeer dwaas is, breekt het af met haar handen.

2. Die in zijn oprechtheid wandelt, vreest den HEERE; maar die afwijkt in zijn wegen, veracht Hem.

3. In den mond des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen.

4. Als er geen ossen zijn, zo is de krib rein; maar door de kracht van den os is der inkomsten veel.