29. Wie zijn huis beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen, die wijs van hart is.
30. De vrucht des rechtvaardigen is een boom des levens; en wie zielen vangt, is wijs.
31. Ziet, den rechtvaardige wordt vergolden op de aarde, hoeveel te meer den goddeloze en zondaar!