1. Een bedriegelijke weegschaal is den HEERE een gruwel; maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen.
2. Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen is wijsheid.
3. De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheden der trouwelozen verstoort hen.
4. Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar de gerechtigheid redt van den dood.
5. De gerechtigheid des oprechten maakt zijn weg recht; maar de goddeloze valt door zijn goddeloosheid.