Statenvertaling

Spreuken 1:14-18 Statenvertaling (SV1750)

14. Gij zult uw lot midden onder ons werpen; wij zullen allen een buidel hebben.

15. Mijn zoon! wandel niet met hen op den weg; weer uw voet van hun pad.

16. Want hun voeten lopen ten boze; en zij haasten zich om bloed te storten.

17. Zekerlijk, het net wordt tevergeefs gespreid voor de ogen van allerlei gevogelte;

18. En deze loeren op hun eigen bloed, en versteken zich tegen hun zielen.