Statenvertaling

Romeinen 3:13-18 Statenvertaling (SV1750)

13. Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen.

14. Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid;

15. Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten;

16. Vernieling en ellendigheid is in hun wegen;

17. En den weg des vredes hebben zij niet gekend.

18. Er is geen vreze Gods voor hun ogen.