Statenvertaling

Romeinen 3:10-18 Statenvertaling (SV1750)

10. Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een;

11. Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.

12. Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot een toe.

13. Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen.

14. Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid;

15. Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten;

16. Vernieling en ellendigheid is in hun wegen;

17. En den weg des vredes hebben zij niet gekend.

18. Er is geen vreze Gods voor hun ogen.