Statenvertaling

Romeinen 16:3-13 Statenvertaling (SV1750)

3. Groet Priscilla en Aquila, mijn medewerkers in Christus Jezus;

4. Die voor mijn leven hun hals gesteld hebben; denwelken niet alleen ik danke, maar ook al de Gemeenten der heidenen.

5. Groet ook de Gemeente in hun huis. Groet Epenetus, mijn beminde, die de eersteling is van Achaje in Christus.

6. Groet Maria, die veel voor ons gearbeid heeft.

7. Groet Andronikus en Junias, mijn magen, en mijn medegevangenen, welke vermaard zijn onder de apostelen, die ook voor mij in Christus geweest zijn.

8. Groet Amplias, mijn beminde in den Heere.

9. Groet Urbanus, onzen medearbeider in Christus, en Stachys, mijn beminde.

10. Groet Apelles, die beproefd is in Christus. Groet hen, die van het huisgezin van Aristobulus zijn.

11. Groet Herodion, die van mijn maagschap is. Groet hen, die van het huisgezin van Narcissus zijn, degenen namelijk, die in den Heere zijn.

12. Groet Tryfena en Tryfosa, vrouwen die in den Heere arbeiden. Groet Persis, de beminde zuster, die veel gearbeid heeft in den Heere.

13. Groet Rufus, den uitverkorene in den Heere, en zijn moeder en de mijne.