Statenvertaling

Romeinen 14:1-4 Statenvertaling (SV1750)

1. Dengene nu, die zwak is in het geloof, neemt aan, maar niet tot twistige samensprekingen.

2. De een gelooft wel, dat men alles eten mag, maar die zwak is, eet moeskruiden.

3. Die daar eet, verachte hem niet, die niet eet; en die niet eet, oordele hem niet, die daar eet; want God heeft hem aangenomen.

4. Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht oordeelt? Hij staat, of hij valt zijn eigen heer; doch hij zal vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen.