8. Verhardt uw hart niet, gelijk te Meriba, gelijk ten dage van Massa in de woestijn;
9. Waar Mij uw vaders verzochten, Mij beproefden, ook Mijn werk zagen.
10. Veertig jaren heb Ik verdriet gehad aan dit geslacht, en heb gezegd: Zij zijn een volk, dwalende van hart, en zij kennen Mijn wegen niet.
11. Daarom heb Ik in Mijn toorn gezworen: Zo zij in Mijn rust zullen ingaan!