Statenvertaling

Psalmen 90:1-7 Statenvertaling (SV1750)

1. Een gebed van Mozes, den man Gods. HEERE! Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht.

2. Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.

3. Gij doet den mens wederkeren tot verbrijzeling, en zegt: Keert weder, gij mensenkinderen!

4. Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en als een nachtwaak.

5. Gij overstroomt hen; zij zijn gelijk een slaap; in den morgenstond zijn zij gelijk het gras, dat verandert;

6. In den morgenstond bloeit het, en het verandert; des avonds wordt het afgesneden, en het verdort.

7. Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt.