Statenvertaling

Psalmen 89:35-42 Statenvertaling (SV1750)

35. (89:36) Ik heb eens gezworen bij Mijn heiligheid: Zo Ik aan David liege!

36. (89:37) Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon.

37. (89:38) Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan; en de Getuige in den hemel is getrouw. Sela.

38. (89:39) Maar Gij hebt hem verstoten en verworpen; Gij zijt verbolgen geworden tegen Uw gezalfde.

39. (89:40) Gij hebt het verbond Uws knechts te niet gedaan; Gij hebt zijn kroon ontheiligd tegen de aarde.

40. (89:41) Gij hebt al zijn muren doorgebroken; Gij hebt zijn vestingen nedergeworpen.

41. (89:42) Allen, die den weg voorbijgingen, hebben hem beroofd; zijn naburen is hij tot een smaad geweest.

42. (89:43) Gij hebt de rechterhand zijner wederpartijders verhoogd; Gij hebt al zijn vijanden verblijd.