Statenvertaling

Psalmen 89:15-26 Statenvertaling (SV1750)

15. (89:16) Welgelukzalig is het volk, hetwelk het geklank kent; o HEERE! zij zullen in het licht Uws aanschijns wandelen.

16. (89:17) Zij zullen zich den gansen dag verheugen in Uw Naam, en door Uw gerechtigheid verhoogd worden.

17. (89:18) Want Gij zijt de heerlijkheid hunner sterkte; en door Uw welbehagen zal onze hoorn verhoogd worden.

18. (89:19) Want ons schild is van den HEERE, en onze koning is van den Heilige Israels.

19. (89:20) Toen hebt Gij in een gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd: Ik heb hulp besteld bij een held; Ik heb een verkorene uit het volk verhoogd.

20. (89:21) Ik heb David, Mijn knecht, gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd;

21. (89:22) Met welken Mijn hand vast blijven zal; ook zal hem Mijn arm versterken.

22. (89:23) De vijand zal hem niet dringen, en de zoon der ongerechtigheid zal hem niet onderdrukken.

23. (89:24) Maar Ik zal zijn wederpartijders verpletteren voor zijn aangezicht, en die hem haten, zal Ik plagen.

24. (89:25) En Mijn getrouwheid en Mijn goedertierenheid zullen met hem zijn; en zijn hoorn zal in Mijn Naam verhoogd worden.

25. (89:26) En Ik zal zijn hand in de zee zetten, en zijn rechterhand in de rivieren.

26. (89:27) Hij zal Mij noemen: Gij zijt mijn Vader! mijn God, en de Rotssteen mijns heils!