16. (88:17) Uw hittige toornigheden gaan over mij; Uw verschrikkingen doen mij vergaan.
17. (88:18) Den gansen dag omringen zij mij als water; te zamen omgeven zij mij.
18. (88:19) Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn in duisternis.