Statenvertaling

Psalmen 86:5-14 Statenvertaling (SV1750)

5. Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid allen, die U aanroepen, HEERE!

6. HEERE! neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem mijner smekingen.

7. In den dag mijner benauwdheid roep ik U aan, want Gij verhoort mij.

8. Onder de goden is niemand U gelijk, Heere! en er zijn geen gelijk Uw werken.

9. Al de heidenen, Heere! die Gij gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor Uw aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren.

10. Want Gij zijt groot, en doet wonderwerken; Gij alleen zijt God.

11. Leer mij, HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams.

12. Heere, mijn God! ik zal U met mijn ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid;

13. Want Uw goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit het onderste des grafs uitgerukt.

14. O God! de hovaardigen staan tegen mij op, en de vergaderingen der tirannen zoeken mijn ziel; en zij stellen U niet voor hun ogen.