Statenvertaling

Psalmen 69:29-36 Statenvertaling (SV1750)

29. (69:30) Doch ik ben ellendig en in smart; Uw heil, o God! zette mij in een hoog vertrek.

30. (69:31) Ik zal Gods Naam prijzen met gezang, en Hem met dankzegging grootmaken.

31. (69:32) En het zal den HEERE aangenamer zijn dan een os, of een gehoornde var, die de klauwen verdeelt.

32. (69:33) De zachtmoedigen, dit gezien hebbende, zullen zich verblijden; en gij, die God zoekt, ulieder hart zal leven.

33. (69:34) Want de HEERE hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen niet.

34. (69:35) Dat Hem prijzen de hemel en de aarde, de zeeen, en al wat daarin wriemelt.

35. (69:36) Want God zal Sion verlossen, en de steden van Juda bouwen; en aldaar zullen zij wonen, en haar erfelijk bezitten;

36. (69:37) En het zaad Zijner knechten zal haar beerven; en de liefhebbers Zijns Naams zullen daarin wonen.