3. Zegt tot God: Hoe vreselijk zijt Gij in Uw werken! Om de grootheid Uwer sterkte zullen zich Uw vijanden geveinsdelijk aan U onderwerpen.
4. De ganse aarde aanbidde U, en psalmzinge U; zij psalmzinge Uw Naam. Sela.
5. Komt en ziet Gods daden; Hij is vreselijk van werking aan de mensenkinderen.