Statenvertaling

Psalmen 62:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. (62:2) Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.

2. (62:3) Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek, ik zal niet grotelijks wankelen.

3. (62:4) Hoe lang zult gijlieden kwaad aanstichten tegen een man? Gij allen zult gedood worden; gij zult zijn als een ingebogen wand, een aangestoten muur.

4. (62:5) Zij raadslagen slechts, om hem van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela.

5. (62:6) Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting.