Statenvertaling

Psalmen 59:9-17 Statenvertaling (SV1750)

9. (59:10) Tegen zijn sterkte zal ik op U wachten; want God is mijn Hoog Vertrek.

10. (59:11) De God mijner goedertierenheid zal mij voorkomen; God zal mij op mijn verspieders doen zien.

11. (59:12) Dood hen niet, opdat mijn volk het niet vergete; doe hen omzwerven door Uw macht, en werp hen neder, o Heere, ons Schild!

12. (59:13) Om de zonde huns monds, om het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, die zij vertellen.

13. (59:14) Verteer hen in grimmigheid; verteer hen, dat zij er niet zijn, en laat hen weten, dat God Heerser is in Jakob, ja, tot aan de einden der aarde. Sela.

14. (59:15) Laat hen dan tegen den avond wederkeren, laat hen tieren als een hond, en rondom de stad gaan;

15. (59:16) Laat hen zelfs omzwerven om spijs; en laat hen vernachten, al zijn zij niet verzadigd.

16. (59:17) Maar ik zal Uw sterkte zingen, en des morgens Uw goedertierenheid vrolijk roemen, omdat Gij mij een Hoog Vertrek zijt geweest, en een Toevlucht ten dage, als mij bange was.

17. (59:18) Van U, o mijn Sterkte! zal ik psalmzingen; want God is mijn Hoog Vertrek, de God mijner goedertierenheid.