Statenvertaling

Psalmen 59:4-10 Statenvertaling (SV1750)

4. (59:5) Zij lopen en bereiden zich zonder mijn misdaad; waak op mij tegemoet, en zie.

5. (59:6) Ja, Gij HEERE, God der heirscharen, God Israels! ontwaak, om al deze heidenen te bezoeken; wees niemand van hen genadig, die trouwelooslijk ongerechtigheid bedrijven. Sela.

6. (59:7) Tegen den avond keren zij weder, zij tieren als een hond, en zij gaan rondom de stad.

7. (59:8) Zie, zij storten overvloediglijk uit met hun mond; zwaarden zijn op hun lippen; want wie hoort het?

8. (59:9) Maar Gij, HEERE! zult hen belachen; Gij zult alle heidenen bespotten.

9. (59:10) Tegen zijn sterkte zal ik op U wachten; want God is mijn Hoog Vertrek.

10. (59:11) De God mijner goedertierenheid zal mij voorkomen; God zal mij op mijn verspieders doen zien.