Statenvertaling

Psalmen 48:5-14 Statenvertaling (SV1750)

5. (48:6) Gelijk zij het zagen, alzo waren zij verwonderd; zij werden verschrikt, zij haastten weg.

6. (48:7) Beving greep hen aldaar aan, smart als van een barende vrouw.

7. (48:8) Met een oostenwind verbreekt Gij de schepen van Tharsis.

8. (48:9) Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid. Sela.

9. (48:10) O God! wij gedenken Uwer weldadigheid, in het midden Uws tempels.

10. (48:11) Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid.

11. (48:12) Laat de berg Sion blijde zijn; laat de dochteren van Juda zich verheugen, om Uwer oordelen wil.

12. (48:13) Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar torens;

13. (48:14) Zet uw hart op haar vesting; beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende geslacht vertelt.

14. (48:15) Want deze God is onze God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden tot den dood toe.