7. (47:8) Want God is een Koning der ganse aarde; psalmzingt met een onderwijzing!
8. (47:9) God regeert over de heidenen; God zit op den troon Zijner heiligheid.
9. (47:10) De edelen der volken zijn verzameld tot het volk van den God van Abraham; want de schilden der aarde zijn Godes. Hij is zeer verheven!