Statenvertaling

Psalmen 34:10-16 Statenvertaling (SV1750)

10. (34:11) Caph. De jonge leeuwen lijden armoede, en hongeren; maar die den HEERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed.

11. (34:12) Lamed. Komt, gij, kinderen! hoort naar mij! ik zal u des HEEREN vreze leren.

12. (34:13) Mem. Wie is de man, die lust heeft ten leven, die dagen liefheeft, om het goede te zien?

13. (34:14) Nun. Bewaar uw tong van het kwaad, en uw lippen van bedrog te spreken.

14. (34:15) Samech. Wijk af van het kwaad, en doe het goede; zoek den vrede, en jaag dien na.

15. (34:16) Ain. De ogen des HEEREN zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep.

16. (34:17) Pe. Het aangezicht des HEEREN is tegen degenen, die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien.